Jaarrekening

Balans

Inleiding

De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin regels voor het financiële beleid en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa en de passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de onderstaande balanshoofden anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

De uitkering uit het gemeentefonds is verantwoord op basis van de laatste betaalspecificatie over het kalenderjaar 2023. Daarin is de decembercirculaire 2023 verwerkt

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van de BBV-richtlijn over het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt.
Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar.

Met betrekking tot de eigen bijdragen die het Centraal Administratie Kantoor (CAK) int en aan de gemeente Utrecht afdraagt, geldt op basis van de Kadernota rechtmatigheid 2023 van de commissie BBV het volgende:
Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK heeft de wetgever in feite bepaald dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid en het naleven van het voorwaardencriterium bij de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is.
Dit betekent dat de gemeente bij de verantwoording van deze eigen bijdragen steunt op de informatie van het CAK en niet zelfstandig geheel sluitend de juistheid, volledigheid en rechtmatigheid van de eigen bijdragen hoeft te controleren.

Immateriële vaste activa

De immateriële vaste activa worden gewaardeerd op grond van de aanschafwaarde, verminderd met afschrijvingen.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.

Materiële vaste activa

Op 18 februari 2021 is de Nota Beheer Openbare Ruimte (BOR) vastgesteld door de raad.
Met het vaststellen van deze nota heeft de raad ook de financiële strategie vastgesteld, waarbij de gemeente de investeringen van objecten in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut boven 0,1 miljoen euro activeert en afschrijft overeenkomstig een realistische weergave van de verwachte levensduur. De betreffende categorieën uit de Nota BOR zijn opgenomen in de afschrijvingstabel die op 21 december 2021 door het college is vastgesteld.

De materiële vaste activa worden gewaardeerd op grond van de aanschafwaarde, verminderd met specifieke investeringsbijdragen van derden en afschrijvingen. De afschrijvingen vinden plaats volgens de annuïtaire en lineaire methode.

De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de door ons vastgestelde afschrijvingstabel:

  1. E=economisch nut;M=maatschappelijk nut

Contractueel overeengekomen kasstromen met betrekking tot de afkoop van erfpachten met een looptijd van langer dan tien jaar worden met ingang van 2013 gewaardeerd tegen het in historisch perspectief behoedzame percentage van 4% (tot 2013 tegen 5%). Dit percentage blijft voor de duur van de overeenkomst ongewijzigd.

Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Erfpachtgronden voor welke de canon eeuwigdurend is afgekocht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde. In geval periodieke canonbetalingen voor een tijdvak ineens worden afgekocht, zullen de afkoopsommen worden verantwoord onder de vaste schulden als vooruit ontvangen bedragen. Naar rato van de afkoopperiode zullen de afkoopsommen jaarlijks vrijvallen ten gunste van het resultaat.

Financiële vaste activa

De onder financiële vaste activa opgenomen leningen, verstrekt aan derden, worden gewaardeerd tegen het oorspronkelijk uitgeleende bedrag minus de ontvangen aflossingen. De belangen in gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen, evenals effecten worden gewaardeerd tegen de kostprijs. Indien deze duurzaam in waarde verminderen, wordt de waarde navenant aangepast.

Participaties in het aandelenkapitaal van naamloze en besloten vennootschappen (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden.

Van een deelneming is op grond van artikel 1 lid e van het BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een naamloze of besloten vennootschap.

Voorraden

Grond- en hulpstoffen zijn opgenomen tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Wanneer de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, wordt afgewaardeerd naar deze lagere marktwaarde.

De voorraad gereed product en handelsgoederen wordt gewaardeerd tegen marktprijzen.

De onderhanden werken worden gewaardeerd tegen kostprijs en verminderd onder meer met de opbrengsten uit van derden ontvangen bijdragen, gronduitgiften en subsidies. De kostprijs bestaat uit directe kosten en eventueel de aan het werk toe te rekenen indirecte kosten en rente.

Voor verwachte negatieve resultaten op projecten wordt een voorziening getroffen. Voorzieningen voor verwachte tekorten van grondexploitatieprojecten worden bepaald tegen de nominale waarde van het verwachte tekort. Indien lasten van een project hoger zijn dan de baten per balansdatum, wordt de getroffen voorziening (deels) als waardecorrectie verantwoord op de post voorraden. Ook zijn de in exploitatie genomen bouwgronden hieronder verantwoord.

Voor tussentijdse winstneming geldt de percentage of completion (POC) methode: Voor zover opbrengsten en kosten zijn gerealiseerd, moet tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen van het positieve saldo van de grondexploitatie op eindwaarde. Dit conform BBV-richtlijnen (Notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken, commissie BBV, versie juli 2019).

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht.

Liquide middelen

De liquide middelen staan ter vrije beschikking en worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Overlopende activa

De posten worden verantwoord tegen de nominale waarde. Het betreft bedragen die betrekking hebben op de jaren volgend op het verantwoordingsjaar, maar al in het verantwoordingsjaar of de jaren daarvoor zijn voldaan; nog te ontvangen bedragen voor de jaren tot en met het verantwoordingsjaar en overige overlopende activa.

Eigen vermogen

Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserves en bestemmingsreserves, evenals het gerealiseerd resultaat.

Voorzieningen

Onder de voorzieningen zijn opgenomen de, op het moment van opstellen van de jaarrekening voorzienbare verplichtingen, verliezen en/of risico's, voor zover de omvang hiervan redelijkerwijs is in te schatten. Hier zijn tevens de van derden ontvangen (verplicht te besteden) bijdragen opgenomen.
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies, tenzij bij de voorziening anders is aangegeven. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen.
De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd.

Vaste schulden met een rente typische looptijd van één jaar of langer

De schulden worden gewaardeerd tegen het oorspronkelijk geleende bedrag minus de betaalde aflossingen.

Vlottende passiva

De vlottende passiva worden tegen de nominale waarde gewaardeerd.

Overlopende passiva

De posten worden verantwoord tegen de nominale waarde. Het betreft bedragen die betrekking hebben op de jaren volgend op het verantwoordingsjaar, maar al in het verantwoordingsjaar of de jaren daarvoor zijn ontvangen; nog te betalen bedragen voor de jaren tot en met het verantwoordingsjaar en overige overlopende passiva.

Borg- en garantstellingen

Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de balanstelling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. In het hoofdstuk Borgstellingen zijn de borgstellingen gespecificeerd en toegelicht.

Deze pagina is gebouwd op 06/18/2024 10:32:04 met de export van 06/18/2024 10:16:53