In deze paragraaf komen de onderwerpen aan de orde die behoren tot het geldstromenbeleid van de gemeente. Dit betreft met name het gemeentelijke (bank)saldobeheer en de financiering. In het verlengde daarvan komt ook de schuldontwikkeling aan bod alsmede het beheersen van de renterisico's die verbonden zijn aan kortlopende en langlopende schulden. Daarnaast wordt ingegaan op de verstrekte leningen en borgstellingen en de daaruit voortvloeiende kredietrisico's.