In deze leeswijzer lichten we kort de onderdelen van de Jaarstukken 2023 van de gemeente Utrecht toe.
Met de jaarstukken legt het college van Burgemeester en Wethouders verantwoording af aan de gemeenteraad over het gevoerde beleid en de daarmee samenhangende financiën. Wij laten zien wat we in 2023 hebben bereikt, wat we daarvoor hebben gedaan en wat dat heeft gekost.
De Jaarstukken 2023 bestaat uit een hoofdlijn, het jaarverslag en de jaarrekening. Bij het opstellen van de jaarstukken volgen wij de instructie van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten en de financiële verordeningen.
Ten opzichte van de jaarstukken 2022 zijn er diverse aanpassingen aangebracht in het kader van leesbaarheid en stuurbaarheid. Hiermee zijn we gestart bij de Programmabegroting 2023 en wij zijn verplicht voor de jaarstukken de opzet van de Programmabegroting 2023 te volgen.
Algemeen
Hier vindt u, naast algemene informatie over de gemeente Utrecht en de stad, de bestuurlijke en financiële hoofdlijn van de jaarstukken.
In de bestuurlijke hoofdlijn kijken we terug op 2023, het eerste volledige jaar van dit college. Langs de lijnen van het coalitieakkoord wordt verteld hoe we aan de slag zijn gegaan met de belangrijkste onderwerpen. Daarnaast wordt in de financiële hoofdlijn, het resultaat per programma, de rechtmatigheids-verantwoording en de actuele financiële positie toegelicht.
Jaarverslag
Het jaarverslag is opgebouwd uit programma's en paragrafen.
1. Programma’s
De programma’s beschrijven het werkveld van de gemeente. U vindt hier per programma antwoorden op de vragen:
- Wat hebben we bereikt?
- Wat hebben we gedaan?
- Wat heeft dat gekost?
Bovenstaande vragen zijn in lijn met de Programmabegroting 2023. Hiermee wordt er verantwoording afgelegd over in hoeverre de voorgenomen activiteiten zijn uitgevoerd en de doelen zijn bereikt. Activiteiten uit het coalitie-akkoord zijn geoormerkt met eenIn het onderdeel ‘Wat hebben we bereikt?’ zijn effectindicatoren opgenomen. Op de website zijn deze uitgebreider toegelicht. Voor de verwijzingen naar de Inwonersenquête is hier een link opgenomen naar de website van de 'De Utrecht Monitor'. Dit is een webpublicatie van de afdeling Onderzoek & Advies die we jaarlijks in mei updaten met de nieuwste cijfers en ontwikkelingen in de stad.
Binnen het onderdeel ‘Wat heeft dat gekost’ in de Programma's, wordt een onderscheid gemaakt tussen de baten en lasten. Indien er op een doelstelling geen mutatie is geweest wordt deze niet weergegeven. Vervolgens wordt per programma een overzicht gegeven van risico’s, investeringen, de verbonden partijen die bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen, de subsidies en het beleid dat ten grondslag ligt aan de doelstellingen in het programma.
2. Paragrafen
Het jaarverslag bevat naast de verantwoording over de uitvoering van de programma's ook een toelichting op programma overstijgende onderwerpen, zoals investeringen die de gemeente heeft gedaan of van plan is te doen. Een deel van deze paragrafen zijn verplicht vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV art. 9 lid 2). De paragraaf Investeringen is niet verplicht.
Jaarrekening
Dit is de financiële verantwoording, of te wel het huishoudboekje van de gemeente Utrecht. Hier vindt u de financiële cijfers met een uitgebreide onderbouwing en een toelichting op hoe de gemeente er financieel voor staat.
De accountant controleert de jaarrekening en oordeelt of het jaarverslag in lijn is met de jaarrekening. De conclusies die volgen uit de controle legt de accountant vast in de controleverklaring. Deze is opgenomen in bijlage 2.
Bijlagen
Naast de controleverklaring van de accountant zijn bijlagen over externe subsidieprogramma's en verstrekte subsidies opgenomen en wordt ingegaan op de kostendekkendheid van de tarieven en leges. Daarnaast is de opvolging van de bevindingen van de rekenkamertoetsen en de raadstoetsen opgenomen bestaand de overige bijlagen uit (toelichtingen op) financiële overzichten op detailniveau.
Afrondingen
De cijfers die in deze jaarstukken zijn verwerkt komen direct uit de boekhouding van de gemeente. Daar staan de getallen genoteerd tot op 2 cijfers achter de komma. Voor de leesbaarheid worden de cijfers in de jaarstukken afgerond op 1.000-tallen. Hierdoor kan het voorkomen dat er afrondingsverschillen bestaan in tellingen, deze zijn beperkt (verschillen van 1 à 2).