Paragrafen

Financiering

Rente-ontwikkelingen
De ontwikkeling van de rente gedurende het afgelopen jaar kan als volgt grafisch worden weergegeven:

Grafiek 1: Verloop rentetarieven over 2023


In deze grafiek wordt het verloop weergegeven van zowel de rente voor kortlopende als voor langlopende financiering gedurende 2023. Gedurende 2023 steeg de 3-maands rente van circa 2% naar circa 4%. De 10-jaarsrente bewoog gedurende 2023 tussen de 2,5% en 3,5%. Daarmee werd de korte rente in de loop van het jaar hoger dan de lange rente.

Met name als gevolg van de rentebesluiten van de Europese Centrale Bank liep de 3-maands rente gedurende 2023 op van circa 2% naar circa 4%. De 10-jaarsrente (IRS) bewoog gedurende 2023 tussen de 2,5% en 3,5%. Daarmee werd de korte rente in de loop van het jaar hoger dan de lange rente. Dit verschijnsel wordt aangeduid als een zgn. inverse rentestructuur. Dat is een vrij zeldzaam verschijnsel dat zich voordoet in economisch onzekere tijden.
Indien een langlopende lening daadwerkelijk wordt opgenomen, gelden er liquiditeitsopslagen bovenop het IRS-tarief. Per eind 2023 bedroeg deze opslag, uitgaande van fixe-leningen, voor een 10-jaars lening circa 0,25 procentpunt en voor een 20-jaars lening circa 0,35 procentpunt. Indien de gemeente per eind 2023 een 10-jaars lening had opgenomen dan zou het rentetarief daarvoor dus circa 2,75% geweest zijn.

Ontwikkelingen in regelgeving.
De Commissie BBV heeft in het najaar van 2023 o.a. de nieuwe notities Rente en Grondbeleid gepubliceerd. Op grond hiervan vervalt de afwijkende berekeningswijze voor de intern aan grondexploitaties toe te rekenen rente; deze zal voortaan het reguliere omslagpercentage volgen. Deze nieuwe voorschriften worden vanaf het begrotingsjaar 2025 van kracht.

Deze pagina is gebouwd op 06/18/2024 10:32:04 met de export van 06/18/2024 10:16:53