Alle eigenaren van woningen en alle eigenaren en gebruikers van niet-woningen betalen onroerendezaakbelasting. De grondslag van de belasting is de waarde van een woning of niet-woning. Deze waarde wordt elk jaar opnieuw vastgesteld. De aanslagen 2023 zijn naar de waardepeildatum 1 januari 2022 vastgesteld
De opbrengsten OZB zijn 9,8 miljoen euro hoger dan begroot. De belangrijkste oorzaak is toe te schrijven aan niet woningen, voordeel van 10,5 miljoen euro ten op zichten van de begroting. Van deze hogere opbrengst niet woningen is 3,6 miljoen euro afkomstig van voordelen uit voorgaande jaren. Dit heeft te maken met meevallers op de ingeschatte bezwaarrisico's per ultimo 2022.
De hogere opbrengsten niet woningen zijn voornamelijk gerelateerd aan een hogere dan verwachte waardeontwikkeling. Bij het opstellen van de begroting voor 2023 werd uitgegaan van een waardeontwikkeling van 1,3% voor niet woningen. Eind 2023 is de verwachting dat de waardeontwikkeling op 3,7% zal uitkomen (bron: BghU). Ook is de areaalontwikkeling hoger dan begroot doordat meer niet-woningen in aanbouw zijn genomen en voltooid.
BghU heeft de benodigde inspanningen verricht om achterstanden uit voorgaande jaren in te halen. Bij de jaarrekening 2022 stond nog een bedrag van 1,1 miljoen euro als nog op te leggen aanslagen van 2021 en ouder open. Hiervan is in 2023 alles opgelegd door de BghU. De nog op te leggen aanslagen van 2022 bedroegen bij de jaarrekening 2022 10,8 miljoen euro (8% van het totaal). In 2023 is hiervan pas € 11.192 opgelegd. Van het jaar 2023 moet nog een bedrag van 29,3 miljoen euro (17% van het totaal) aan aanslagen door de BghU worden opgelegd.