Bijlagen

Voortgang uitvoering raadsbesluiten

Voortgang uitvoering Rekenkameronderzoeken

Titel

Tekst

Stand van zaken / planning

Meer grip op groei

1

Gemeentelijke doelen voor middenhuur specifiek, meetbaar en navolgbaar te formuleren.

Er is een technische sessie voor de raad georganiseerd waarin de verschillen tussen landelijke regulering en ons Actieplan Middenhuur zijn toegelicht.
Bij de aanpassing van het Actieplan Middenhuur wordt meegenomen om een expliciete doelstelling voor middenhuur op te nemen. Deze aanpassing hangt samen met de invoering van de Wet betaalbare huur. In 2024 is de verwachting dit naar de raad te sturen.

2

Gemeentelijke doelen voor middenhuur een meetbare en navolgbare uitwerking te geven op wijkniveau en in concrete projecten.

In nieuwe gebiedsvisies et cetera worden de kaders meegenomen. Tevens is de raad geïnformeerd eind 2023 dat de aanpassing van het pijlenschema uit de Woonvisie wordt meegenomen met de beleidsnota wonen die in ontwikkeling is.

3

Een systematiek te hanteren die ook zicht biedt op het aantal middenhuurwoningen dat daadwerkelijk is gerealiseerd en om daarover te rapporteren aan de gemeenteraad

Opleveringen middenhuur worden opgenomen in Meerjaren Perspectief Ruimte en/of peilstok.

4

Een duidelijke structuur aan te brengen in de manier waarop in woningbouwprojecten op doelrealisatie wordt gestuurd

Opgepakt in de aanpassing van het Utrechts Plan Proces .

5

De raad binnen zes weken door middel van een plan van aanpak te informeren over de wijze waarop deze aanbevelingen worden uitgevoerd

Raadsbrief Plan van aanpak n.a.v. Rekenkameronderzoek Middenhuur: Meer grip op groei .

Horen, zien en samen door

1

Voorafgaand aan een participatietraject aan inwoners, raadsleden en andere belanghebbenden duidelijk te maken hoe het traject eruitziet, waar het inhoudelijk welke beïnvloedingsruimte deelnemers hebben en op welke manier hun inbreng van invloed  om gaat, kan zijn op de uiteindelijke besluitvorming.

Onderdeel van het kaderstellend beleid voor Samen stad maken dat de raad in het eerste kwartaal van 2024 ontvangt. Verantwoording loopt via de jaarstukken, vanaf 2024.

2

Per project te analyseren welke doelgroepen betrokken moeten worden en een doelgroepgerichte aanpak te hanteren om meer verschillende Utrechters te bereiken.

Onderdeel van het kaderstellend beleid voor Samen stad maken dat de raad in het eerste kwartaal van 2024 ontvangt. Verantwoording loopt via de jaarstukken, vanaf 2024.

3

Een transparante werkwijze te hanteren zodat deelnemers aan participatietrajecten zich gezien en gehoord voelen.

Onderdeel van het kaderstellend beleid voor Samen stad maken dat de raad in het eerste kwartaal van 2024 ontvangt. Verantwoording loopt via de jaarstukken, vanaf 2024.

4

Tussentijds en achteraf duidelijk aan inwoners en raadsleden terug te koppelen wat er met de inbreng van belanghebbenden is gedaan. En daarbij ook beargumenteerd uit te leggen waarom de inbreng wel of niet tot wijzigingen in het eindproduct heeft geleid.

Onderdeel van het kaderstellend beleid voor Samen stad maken dat de raad in het eerste kwartaal van 2024 ontvangt. Verantwoording loopt via de jaarstukken, vanaf 2024.

5

De inspanningen en resultaten van participatietrajecten vanuit verschillende perspectieven in beeld te brengen, zodat hiervan geleerd kan worden bij andere trajecten.

Onderdeel van het kaderstellend beleid voor Samen stad maken dat de raad in het eerste kwartaal van 2024 ontvangt. Verantwoording loopt via de jaarstukken, vanaf 2024.

6

De doelen, rollen en taken in het actieprogramma Samen stad maken: participatie in samenspraak met de gemeenteraad concreter te maken, zodat deze beter toepasbaar zijn bij de gemeentelijke inzet bij participatietrajecten.

Onderdeel van het kaderstellend beleid voor Samen stad maken dat de raad in het eerste kwartaal van 2024 ontvangt. Verantwoording loopt via de jaarstukken, vanaf 2024.

7

De raad binnen zes weken door middel van een plan van aanpak te informeren over de wijze waarop deze aanbevelingen worden uitgevoerd.

Het plan van aanpak voor de uitvoering van de raadsbesluiten naar aanleiding van het rekenkamerrapport ‘Horen, zien en samen door’ is aan de raad gestuurd met de Raadsbrief Plan van aanpak herijking Samen stad maken . Het kaderstellend beleid voor Samen stad maken dat volgt uit deze herijking en waarin de raadsbesluiten n.a.v. het rekenkamerrapport zijn verwerkt, ontvangt de raad in het eerste kwartaal van 2024, conform de in de raadsbrief opgenomen planning.

Basiseducatie voor volwassenen (taal, rekenen en digitale vaardigheden).

1A

Het inzicht in de omvang van de groepen die nog onvoldoende beschikken over de basisvaardigheden te verbeteren.

Op basis van indicatoren zoals opleidingsniveau, leeftijd, beroep, migratiestatus, indicatie voor Voorschoolse Educatie en voortijdig schoolverlaten brengen we de ontwikkeling van Utrechters, waarbij sprake is van een risico op laaggeletterdheid in beeld. Met de analyse van de gegevens krijgen we meer inzicht in de omvang van de groepen die nog onvoldoende beschikken over basisvaardigheden. Voor indicatoren waarbij dat mogelijk is, nemen we deze data ook op wijkniveau op zodat we ook beschikken over inzichten op wijkniveau. Met deze inzichten kunnen we nog gerichter keuzes maken en inspelen op doelgroepen die we minder goed bereiken. In september 2023 is het Uitvoeringsprogramma Basiseducatie Volwassenen naar de raad verzonden waarin op basis van de stedelijke monitor en Ervaringwijzer keuzes gemaakt zijn.

1B

Als gemeente, gelet op de hardnekkigheid en complexiteit van het vraagstuk, toe te werken naar een intensievere en minder vrijblijvende aanpak en een sterkere regie te voeren op de vraag naar en het aanbod van basiseducatie.

Met ingang van 1 januari 2022 zijn de aanbieders gestart met registreren middels de stedelijke monitor. Hiermee krijgen we zicht op aantallen deelnemers, het aanbod dat ze volgen, hun leeftijd, in welke wijk ze wonen, hun achtergrond (NT1 of NT2) en of ze een diploma/ certificaat hebben behaald (mits relevant). Door vervolgens de uitkomsten naast de data ‘risico laaggeletterdheid’ te leggen kunnen we, samen met de partners, de behoefte en beweging in de stad duiden én concretere doelen formuleren. Ook meten we cliëntervaringen met Ervaringwijzer. Hiermee krijgen we inzicht in de ervaringen van deelnemers en op wat het hen oplevert. Op basis hiervan kunnen betrokken professionals en vrijwilligers leren en ontwikkelen. De vragen spitsen zich toe op door de deelnemers ervaren toegankelijkheid, kwaliteit en effect.

2

Voor de verschillende vormen van basiseducatie concreet geformuleerde doelen op te stellen en deze doelen te koppelen aan de verschillende doelgroepen, waarin ook het beoogde maatschappelijk effect is opgenomen.

In het nieuwe Uitvoeringsprogramma Basiseducatie Volwassenen heeft het college, op basis van data uit de stedelijke monitor en Ervaringwijzer, doelen en doelgroepen vastgesteld om zich op te richten, namelijk: Nederlanders met Nederlands als moedertaal (NT1) - 100 per jaar extra, uitkeringsgerechtigden, inwoners met schulden, inwoners met beperkte gezondheidsvaardigheden en inwoners met beperkte digitale vaardigheden - 150 per jaar extra. Deze worden bereikt via informele kanalen in het sociale domein en bestaande netwerken, ook worden werkgevers betrokken om de basisvaardigheden van hun werknemers te vergroten.

3A

Met educatieaanbieders duidelijker afspraken te maken over meer eenduidige verantwoordingsinformatie, waaronder informatie over klanttevredenheid en voortijdige uitval.

Met de ontwikkeling van een stedelijke monitor en de Uitbreiding Top Taalhuismodule zijn samen met de partners in de stad goede stappen gezet. Hiermee verbetert de registratie van de taalaanbieders. Ook de voortgang van de deelnemers wordt beter navolgbaar. Dit stroomlijnt de informatievoorziening aan de gemeente en maakt concreter inzichtelijk wat er in het aanbod nodig is. Op de langere termijn komt er vervolgens meer inzicht in de effecten van basiseducatie.

3B

De informatieverschaffing te stroomlijnen, wat kan helpen bij meer inzicht krijgen in effectiviteit.

Met de ontwikkeling van een stedelijke monitor en de Uitbreiding Top Taalhuismodule zijn samen met de partners in de stad goede stappen gezet. Hiermee verbetert de registratie van de taalaanbieders. Ook de voortgang van de deelnemers wordt beter navolgbaar. Dit stroomlijnt de informatievoorziening aan de gemeente en maakt concreter inzichtelijk wat er in het aanbod nodig is. Op de langere termijn komt er vervolgens meer inzicht in de effecten van basiseducatie.

4A

In te zetten op een verbreding van het aanbod, en de benutting daarvan, op het terrein van Nederlands als eerste taal (NT1) en van rekenen en vaker meer indirecte, innovatieve methoden toe te passen om Nederlandstalige laaggeletterden (NT1’ers) te bereiken.

Vanuit het Utrechtse taalpartneroverleg is het initiatief ontstaan samen te werken om de doelgroep NT1’ers meer te bereiken en te ondersteunen. Zo ontwikkelen Prago en de Bibliotheek aanbod met betrekking tot rekenen. Taal Doet Meer start een traject voor NT1-ouders met kinderen op de basisschool. Middels digitaalteams in de wijken, waar sociaal makelaars en buurtteammedewerkers onderdeel vanuit maken, wordt onder andere ingezet op extra taalondersteuning voor deze doelgroep. Tevens zijn er gesprekken gevoerd met de Jeugdgezondheidszorg om bewustwording over de problematiek van beperkte basisvaardigheden, juist ook onder NT1-ouders, te vergroten. Deze Jeugdgezondheidsprofessionals spelen een grote rol in het signaleren en doorverwijzen van onder andere NT1-ouders. Werk en Inkomen is als afdeling ook aangesloten om te verkennen hoe zij samen kan werken met de taalaanbieders om de doelgroep beter te bereiken en door te geleiden naar het aanbod.

4B

Als gemeente actiever te sturen op de inzichtelijkheid van het educatieaanbod, zodat samenwerking en doorverwijzing kunnen worden bevorderd.

We continueren de huidige werkwijze van verwijzen naar een passend taalaanbod via het DigiTaalhuis. Warme overdracht van verwijzers zoals professionals van Dock of het Buurtteam werkt drempelverlagend. De aanbieders werven ook zelf actief cursisten, bijvoorbeeld bij zelforganisaties en buurtinitiatieven. We hebben samen met onze aanbieders, BiSC en potentiële verwijzers van de Buurtteams en Dock de Top Taalhuismodule voor het DigiTaalhuis Utrecht ontwikkeld. Met deze Taalhuismodule kunnen we een deelnemer volgen tot de doorverwijzing. CBCT-certificering heeft de kwaliteit van de samenwerking en doorverwijzing binnen het DigiTaalhuis positief beoordeeld met een certificaat.

5A

Een meer integrale aanpak te ontwikkelen waarin beleidsafdelingen – Maatschappelijke Ontwikkeling, Werk en Inkomen, en Volksgezondheid – tot een gezamenlijke aanpak komen van signalering, doorverwijzing en warme overdracht naar basiseducatie en taalonderwijs.

Binnen de gemeentelijke organisatie wordt door de betrokken organisatieonderdelen structureler met elkaar gesproken en heeft de beoogde aanpak permanente aandacht. Wij zien dat daarin stappen gezet zijn en dat een meer integrale aanpak beter wordt geborgd. Zo wordt de werkgroep Taalverbeteraars opgericht om afdelingoverstijgend inzet op het thema af te stemmen, ervaringen uit te wisselen en voortgang te monitoren. Voor digitale vaardigheden is dit vorm gegeven door middel van een werkgroep digitale inclusie

5B

De mogelijkheden te benutten die de Participatiewet biedt. Een intensievere aanpak te ontwikkelen om uitkeringsgerechtigden met taalachterstand te stimuleren naar taalles te gaan.

Werk en Inkomen heeft een pilot Leren en Werken, waarbij werk, taal en opleiding gecombineerd worden in één traject. Samen met een werkgever (uitzendconstructie) zijn passende werkplekken gecreëerd voor mensen, die het lastig vinden zich de taal eigen te maken en een diploma te halen. Een erkende taaldocent geeft elke week taaltraining op de werkplek. Daarnaast is binnen W&I een medewerker aangesteld die het onderwerp laaggeletterdheid verder brengen waardoor we een groter bereik verwachten te realiseren.

6A

De intensievere aanpak richting uitkeringsgerechtigden leidt tot een inventarisatie en training van medewerkers. Dit onderwerp is binnen de gemeentelijke organisatie bij een medewerker van Werk en Inkomen belegd, waarmee het eigenaarschap beter dan voorheen wordt geborgd. Het beeld is dat de voortgang op én van de aanpak richting uitkeringsgerechtigden is verbeterd. Of dit ook daadwerkelijk leidt tot een betere benutting van de mogelijkheden bij de Participatiewet is op dit moment nog niet vast te stellen.

De gemeente Utrecht heeft zich in februari 2022 als werkgever aangesloten bij het Taalakkoord. Daarmee geeft de gemeente zelf het goede voorbeeld met acties richting de werkvloer. De gemeente heeft een subsidiemogelijkheid gecreëerd voor werkgevers om de kosten van een verkenning te dekken. Daarin wordt verkend hoe de basisvaardigheden van hun medewerkers vergroot kunnen worden. Daaropvolgend is er subsidie van Tel Mee met Taal om gemaakte plannen uit te kunnen voeren. Daarnaast wordt met de Arbeidsmarktregio Utrecht Midden gewerkt aan het werven van een kwartiermaker werkgeversaanpak die het thema basisvaardigheden een impuls gaat geven bij werkgevers in de regio.

6B

In te zetten op de kansen die het onderwijs als vindplaats biedt en zo een nauwere samenwerking tussen onderwijs, de gemeente en de educatieve aanbieders te realiseren.Met als doel: het vergroten van taal- en rekenvaardigheid en digitale vaardigheden van jongeren.

Binnen het Stadsnetwerk Gelijke Kansen Jeugd Utrecht werken o.a. scholen, educatieaanbieders en gemeente samen voor gelijke kansen van kinderen en jongeren op het gebied van taalontwikkeling. Er is een stedelijk overzicht van het ondersteuningsaanbod. Scholen kunnen hun leerling digitaal aanmelden.

7A

Ter bevordering van een gelijk speelveld en toetreding van nieuwe aanbieders beleidsregels op te stellen met criteria voor de beoordeling van subsidieaanvragen en het subsidieregister te verbeteren.

Met het besluit van 16 juni 2020 hebben we de nadere regels voor “Vrijwillige inzet voor elkaar” en “Onderwijs” vastgesteld en daarmee de criteria vastgelegd voor subsidies op het gebied van basisvaardigheden volwassenen. De subsidiestaat vermeldt hoeveel subsidie er voor verschillende onderdelen beschikbaar is. Ten tijde van het onderzoek werd voor subsidiedossiers gebruik gemaakt van SIU, sinds januari 2021 wordt er gebruik gemaakt van een nieuw systeem te weten Easyfunders. Een voordeel van deze nieuwe applicatie is dat het gemakkelijker is om te bepalen welke subsidieaanvragen aan welke subsidiedoelstellingen (programma’s) te verbinden zijn.

7B

Ter vereenvoudiging van de interne controle op subsidies en inkoop bij de gemeente de subsidie- en inkoopdossiers onder te brengen op één centrale plaats.

De inkoopdossiers en subsidiedossiers bevinden zich in verschillende administratieve systemen. Beide systemen zijn nu te raadplegen door ambtenaren die daartoe bevoegd zijn. Beide systemen zijn in staat om rapportages te genereren. Deze rapportages zijn echter niet één-op-één te vergelijken omdat er andere indicatoren worden gebruikt en de applicaties verschillende functionaliteiten kennen.

8

De raad binnen zes weken door middel van een plan van aanpak te informeren over de wijze waarop deze aanbevelingen worden uitgevoerd.

De raad is op 20 januari 2021 geïnformeerd over het plan van aanpak naar aanleiding van het Rekenkameronderzoek ‘Leren om mee te kunnen doen’.

Zo sterk als de zwakste schakel. Een onderzoek naar de informatieveiligheid in de gemeente Utrecht.

1

De benodigde maatregelen te nemen tegen de technische risico’s die bekend zijn. En daarbij ook de uitkomsten van (interne en externe) pentesten van het rekenkameronderzoek te benutten.

Uit de penetratietest en het rapport van de Rekenkamer zijn kwetsbaarheden gekomen. Dit betroffen bijvoorbeeld een aantal technische risico’s die betrekking hadden op de inrichting van de computers op het stadskantoor. Deze computers zijn inmiddels vervangen, waardoor de technische risico’s zijn gemitigeerd. Ook alle overige kwetsbaarheden die door de Rekenkamer waren geconstateerd, zijn opgelost. Op dit moment zijn wij dit via een nieuwe penetratietest aan het valideren.

2

Structureel te investeren in het bewustzijn van medewerkers over informatieveiligheid. Daarbij ook aandacht aan tijdelijke en externe medewerkers te besteden.

Om hier invulling aan te geven is inmiddels een e-learning ontwikkeld en in gebruik genomen. Nieuwe medewerkers worden van informatie voorzien omtrent informatieveiligheid en er wordt daarnaast wanneer nodig gecommuniceerd over gegevensbescherming onderwerpen middels artikelen op het Intranet. Het is de bedoeling om bewustwording de komende jaren verder uit te breiden.

3

De procedure voor het melden van beveiligingsproblemen en -incidenten zoveel mogelijk te structureren en verhelderen. Deze breed bekend te maken en (nogmaals) de urgentie ervan te benadrukken.

De Rekenkamer had geconstateerd dat medewerkers niet altijd lijken te weten wat zij moeten doen bij beveiligingsincidenten. Inmiddels worden zij ondersteund vanuit het CIO Office middels de e-learning, welkomstmail aan nieuwe medewerkers met informatie over het melden van incidenten en intranetberichten. Daarnaast zijn de openbare registers met datalekken bijgewerkt en online beschikbaar gemaakt voor inwoners. Dit draagt bij aan een controleerbaar en transparant proces

4

De beveiliging van gemeentelijke gebouwen te verbeteren om de toegang voor onbevoegden te voorkomen.

De fysieke beveiliging en uitvoering daarvan voor het stadskantoor en stadhuis is geëvalueerd door middel van een Dreiging- en Risicoassessment (hierna: DRA). Aan de hand daarvan zijn een aantal aanvullende maatregelen getroffen. Voor het Stadhuis zijn dat de volgende maatregelen: de toegangscontrole is aangepast, er is meer aandacht voor veiligheidsbewustwording en er is een bezoekers- en leveranciersbeleid. Voor wat het Stadskantoor betreft worden verdere maatregelen gelijktijdig in het kader van Werken 3.0 ingevoerd. Dit zijn de maatregelen uit de DRA. Daarnaast wordt een onderzoek gedaan naar de toegangspassen en wordt er gewerkt richting een realisatie van de maatregelen uit het adviesrapport die niet passen binnen Werken 3.0.

5

Het uitvoeren van de maatregelen in de roadmap te versnellen. Voor verdere maatregelen is het ook nodig om na te gaan of eerder getroffen maatregelen hebben gewerkt. Daarbij het extra geld voor gegevensbescherming en de uitbreiding van de DISO-capaciteit effectief in te zetten. Ook binnen de organisatieonderdelen te zorgen voor voldoende capaciteit.

Daar waar mogelijk is de uitvoering van de roadmap (routekaart) voor Gegevensbescherming versneld, zoals voor Business Continuity Management. De maatregelen zijn naar voren gehaald en eerder geïmplementeerd dan gepland. Bewustwording is reeds benoemd in punt 2. Voor de andere onderwerpen is de uitrol nog niet (volledig) gereed. Dit heeft meerdere oorzaken. Het project rondom toegangsbeveiliging is nog doorlopend en heeft een doorstart gemaakt. De helft van de strategische standaarden is vastgesteld, de andere helft is nog in voorbereiding om vastgesteld te worden. Voornamelijk de afstemming met interne partijen dienen dient nog plaats te vinden. Voor wat betreft security binnen onze IT-afdeling is risicomanagement binnen DomstadIT ingevoerd en de werking hiervan wordt de komende jaren gemonitord door de Chief Information Security Officer (CISO). De meest kritieke en hoge risico kwetsbaarheden zijn opgelost en er is een continu proces ingericht voor het afhandelen van kwetsbaarheden. Contract- en leveranciersmanagement is (deels) gereed, de strategische standaard is in ontwikkeling en belegd. Pas na vaststelling hiervan kunnen de gegevensbescherming-richtlijnen voor contract- en leveranciersmanagement definitief worden ingevuld. Door het afronden van het programma Gegevensbescherming worden de gegevensbescherming activiteiten in het vervolg geïmplementeerd in lijn met het Life Cycle Management van applicaties en processen. Gegevensbescherming is continu aan verandering in dreigingen en maatregelen onderhevig. Met de geïmplementeerde (risicomanagement) processen is flexibiliteit ingebouwd om de verandering in dreigingen te kunnen identificeren en mitigeren.

6

Alle benodigde risicoanalyses uit te voeren om een totaalbeeld op te kunnen maken van de huidige stand van de risico’s. Daarbij de inzet van de extra DISO-capaciteit te benutten.

Het gegevensbeschermingsmanagementsysteem (GBMS) geeft richting aan risico gestuurd werken. Alle analyses die ten tijde van het rekenkamerrapport open stonden zijn in 2022 afgerond. Echter vanwege de constante ontwikkeling van de organisatie (groei/verandering van processen en applicaties) is het uitvoeren van risicoanalyses een continu proces. Dit wordt gemonitord: één keer per vier maanden wordt de laatste stand van zaken via de Monitor Gegevensbescherming in beeld gebracht.

7

Het toezicht op en de technische beveiligingsmaatregelen voor informatieveiligheid in de thuiswerksituatie te verbeteren.

Op twee manieren is de situatie verbeterd; via het programma Werken 3.0 en de bewustwording
activiteiten. Bewustwording is al onder bevinding 2 besproken. Vanuit het programma Werken 3.0
hebben we belangrijke maatregelen geïmplementeerd om de fysieke en digitale werkplekken veiliger
te maken.

8

De raad binnen zes weken door middel van een plan van aanpak te informeren over de wijze waarop deze aanbevelingen worden uitgevoerd.

Dit plan van aanpak is conform planning opgeleverd.

Grip op energietransitie. Een onderzoek naar de beïnvloedingsmogelijkheden van de gemeente bij concrete projecten.

1

Te zorgen voor een samenhangende visie en goede onderbouwing van de 50 à 60 projecten in het Uitvoeringsprogramma Energietransitie.

De aanbeveling met betrekking tot onderbouwing van de projecten in het uitvoeringsprogramma is overgenomen en voeren we uit. De klimaatvisie is nog in uitvoering.  Conform het Coalitieakkoord werken we aan een klimaatvisie, waar de opgave Energietransitie in mee wordt genomen. Er is eind 2023 een startnotitie opgesteld. In de eerste helft van 2024 stellen we de visie op.  De ambitie is om de visie in het vierde kwartaal ter besluitvorming aan de gemeenteraad te sturen met de resultaten uit de inspraak.

2

Meer aandacht te besteden aan monitoring en evaluatie, zodat de doeltreffendheid van de projecten beter inzichtelijk kan worden gemaakt.

Alle aanbevelingen zijn overgenomen en voeren we uit. Jaarlijks ontvangt de gemeenteraad in april de voortgangsrapportage voor de opgave energie “Energie van de stad”. In deze voortgangsrapportage kijken wij terug op de resultaten van het afgelopen jaar en de resultaten zetten wij af tegen onze doelstellingen. Liggen we op schema? Moeten we het programma bijstellen? Ook ontvangt de raad aan het begin van het jaar de jaarplanbrief waar een duidelijke koppeling gelegd is tussen de voortgangsrapportage en de jaarplanbrief.

3

De doelen en prestatie-indicatoren van de projecten helder, eenduidig en toetsbaar (SMART) te formuleren.

De meerjarendoelstelling en prestatie-indicatoren zijn bij de programmabegroting 2024 aangepast en vastgesteld.  De doelstelling betreft: Energieverbruik gebouwde omgeving in 2050 met 35% afgenomen ten opzichte van 2020, alle mogelijkheden voor duurzame energieproductie zijn benut en energie-infrastructuur is aangepast op duurzame bronnen. Met daarbij de hernieuwde prestatie-indicatoren:
-Aantal GWh opwek
-% duurzame warmte
-% gebouwen zonder aardgasaansluiting
-Verandering energieverbruik gebouwde omgeving tov 2020.

4

Ervoor te zorgen dat projectplannen alle benodigde onderdelen bevatten en het gemeentelijk format voor een projectplan toe te passen, of een onderbouwde keuze te maken om ervan af te wijken.

De aanbeveling is overgenomen en voeren we uit. Voor alle (nieuwe) projecten stellen we projectplannen op.

5

Vast te stellen hoe invulling wordt gegeven aan participatie van burgers in de projecten van het Uitvoeringsprogramma Energietransitie en op structurele wijze feedback van burgers te verzamelen.

De aanbeveling is overgenomen en voeren we uit. Er is een  instrument voor de monitoring van de inzet van participatie en het betrekken van Utrechters en ondernemers ontwikkeld. Het instrument wordt per januari 2024 in gebruik genomen en heet de PartiMeter.  
We informeren de raad over de resultaten van de PartiMeter in onze jaarlijkse verantwoordingscyclus, de voortgangsrapportage Energie in de stad.
We zijn in 2023 gestart  met de bijeenkomsten van het Klimaatpanel (uitvoering van motie 2022/100).  De thema’s waarmee het panel in 2023 aan de slag is gegaan zijn: energie besparen, Groene stad, Buurtaanpak aardgasvrij, mobiliteit en de Klimaatvisie. We informeren de raad over de resultaten van het Klimaatpanel in onze jaarlijkse verantwoordingscyclus, de voortgangsrapportage Energie in de stad.

6

De informatie uit monitoring en evaluatie te benutten voor het bijstellen van de projecten in het uitvoeringsprogramma.

De aanbeveling is overgenomen en voeren we uit. De projectplannen worden jaarlijks geactualiseerd.

7

Als gemeente richting burgers duidelijk te maken wat de gemeente kan betekenen voor bewonersinitiatieven die zich richten op de energietransitie.

De aanbeveling is overgenomen en voeren we uit. De aanpak van 2022 is doorlopend en wordt ook in 2024 doorgezet. We stellen deze waar nodig bij aan de hand van geleerde lessen en actuele ontwikkelingen.  In Q1 2024 informeren we de raad over de samenhang in de warmtetransitie, de rol van warmtegemeenschappen en buurtinitiatieven warmte en welke ondersteuning we gaan bieden.  

8

In samenspraak met de raad/woordvoerders energie vast te stellen hoe de informatievoorziening van het Uitvoeringsprogramma Energietransitie eruit moet (komen te) zien.

Is afgerond n.a.v. gesprek met de raad op 17 februari 2022 en na het versturen van het plan van aanpak op 8 maart 2022.

De balans opmaken. Een onderzoek naar de effectiviteit van het economisch beleid van de gemeente Utrecht.

1

Een samenhangend overzicht op te stellen van de gemeentelijke inzet.

Samenhangend overzicht is opgenomen in Actieagenda Utrechtse Economie 2023 en zal jaarlijks worden geactualiseerd in voortgangsrapportages, die jaarlijks in april door B&W aan de raad worden aangeboden.

2

Concrete en voor de gemeenteraad controleerbare doelen op te stellen die aansluiten bij de inzet voor de opgave en op de andere bestuurlijke niveaus.

Is geïmplementeerd in begroting 2024.

3

Meer inzicht te bieden in de besteding van tijd en geld aan de opgave.

Is geïmplementeerd in begroting 2024.

4

Te evalueren of genomen maatregelen en ingezette instrumenten effectief zijn, ook om onderbouwde keuzes te maken voor de toekomst.

Is geïmplementeerd via Actieagenda Utrechtse Economie 2023 en zal jaarlijks worden geactualiseerd in voortgangsrapportages, die jaarlijks in april door B&W aan de raad worden aangeboden.

5

Het gebruik van informatie over de economische ontwikkelingen te structureren en vast te stellen op welke manier die informatie gebruikt wordt bij beleidskeuzes, monitoring, evaluatie en verantwoording.

Economisch dashboard is deels uitgebreid, meer uitbreiding volgt, afgestemd op doelstellingen Actieagenda Utrechtse Economie 2023 - 2026 .

6

De verbinding binnen en buiten de opgave te verbeteren zodat binnen de gemeentelijke organisatie maar ook bij ondernemers en samenwerkingspartners bekend is waaraan in de opgave wordt gewerkt, wat de inzet oplevert en hoe daaraan kan worden bijgedragen. Dit ook te gebruiken om de gemeenteraad meer inzicht te geven in de ontwikkelingen en er een helder economisch profiel mee te ontwikkelen.

Aangescherpte regiopositionering 'Utrecht, Heart of Health' is vastgesteld en operationeel. Review Council Actieagenda Utrechtse Economie is medio 2023 gevormd, heeft eind 2023 eerste advies uitgebracht. In het kader van voortgangsrapportage Actieagenda Utrechtse Economie 2024 heeft dialoog plaatsgevonden met ondernemers en samenwerkingspartners.

7

De raad binnen zes weken door middel van een plan van aanpak te informeren over de wijze waarop deze aanbevelingen worden uitgevoerd.

Aanpak is inmiddels geïmplementeerd, zie regels hierboven.

Onbegonnen werk - Een onderzoek naar de verduurzaming van gemeentelijk vastgoed in Utrecht

1

De financiële en organisatorische haalbaarheid van de verduurzamingsopgave te onderzoeken en de lessen die hieruit zijn te leren te gebruiken voor een herijking van deze opgave en de doelen die de gemeente daaraan verbindt.

Zoals in de raadsbrief van 28 juni 2023 is opgenomen zullen we in plaats van de bij de versnellingsopgave gebruikte kaders voor de inzet van een onrendabele top voor investeringen in de energietransitie van gemeentelijk vastgoed gaan werken met een bijdrageregeling voor tonnen CO2e reductie. Daar richten we een pilot binnen de VGU voor in, die we ook zullen evalueren. Eerste bevindingen van deze pilots worden begin 2024 voorgelegd aan de Raad.

2

Expliciet te maken welke stappen gezet moeten worden om de doelen wel te kunnen realiseren. En daarbij onderbouwd aan te geven in hoeverre de gemeentelijke organisatie in het algemeen en de VGU in het bijzonder voldoende zijn toegerust om deze stappen te zetten.

Bij de raadsbrief van 28 juni 2023 is de notitie voor de uitgangspunten voor een verduurzamingsagenda toegevoegd. Hierin geven we, afhankelijk van de scenariokeuze, aan welke stappen zowel financieel als organisatorisch moeten worden gezet om de doelen te realiseren. Daarbij hanteren we de volgende criteria: realistisch, haalbaar, uitvoerbaar, toekomstbestendig en te integreren in de reguliere bedrijfsprocessen. Deze criteria dienen ter toetsing van de haalbaarheid en realiteit van de gemeentelijke ambitie in brede zin en die van VGU in het bijzonder. Voor een succesvolle uitvoering van de verduurzamingsagenda is het verder op orde brengen van de VGU een randvoorwaarde. In onze brief ‘Vastgoedorganisatie verder op
orde’ van 19 april 2023 is de raad hierover geïnformeerd.

3

Inzichtelijk te maken hoe groot de onrendabele top is en te laten zien in hoeverre extra geld kan bijdragen aan de oplossing van het probleem van de onrendabele toppen en aan het realiseren van de gestelde doelen.

In de notitie 'Uitgangspunten voor een verduurzamingsagenda gemeentelijk maatschappelijk vastgoed' is per scenario aangegeven welke investeringen daarmee gemoeid zijn. Ook zijn er organisatorische voorwaardelijkheden benoemd voor het realiseren van de doelen, ongeacht beschikbaarheid van financiele middelen.

4

Te zorgen voor een deugdelijke en werkende manier om zicht te houden op de voortgang en realisatie van de verduurzamingsopgave.

Onderdeel van het verder op orde brengen van de VGU is ook dat we in de volle breedte de informatievoorziening verder willen verbeteren. Ook werken we aan het
verder vereenvoudigen van processen en procedures en standaardiseren waar dit mogelijk is, bijvoorbeeld waar het gaat om projectbeheersing.

5

De raad tijdig en op inzichtelijke wijze te informeren over de voortgang en realisatie van de verduurzamingsopgave.

Bij de ontwikkeling van de rapportagestructuur voor de herijkte opgave evalueren we hoe en in welke vorm de informatie zo helder en consistent mogelijk gedeeld kan worden. Waar mogelijk willen we blijven aansluiten bij de reguliere gemeentebrede P&C cyclus. In dat kader kijken we welke verbeteringen we kunnen doorvoeren in de stukken die VGU hiervoor jaarlijks opstelt.

6

De raad binnen zes weken door middel van een plan van aanpak te informeren over de wijze waarop deze aanbevelingen worden uitgevoerd.

In de raadsbrief d.d. 4 november 2022 (met kenmerk 10527897) is de raad over het plan van aanpak geïnformeerd.

Deze pagina is gebouwd op 06/18/2024 10:32:04 met de export van 06/18/2024 10:16:53