x €1.000.000 | |||
Risico | Maatregelen | Gemiddeld financieel gevolg (50% zekerheid) | Bijdrage benodigde weerstands-capaciteit (90% zekerheid) |
1.Stationsgebied | Slimme ontwikkelingsstrategie en actieve marketing vastgoedprojecten, gemeentebrede proposities. Aanpassen van kaders op het gebied van tijd, geld en kwaliteit; aanbestedingsstrategie, 'just in time' besluiten. Gerichte communicatie, overleg met partijen, prioriteiten stellen en goodwillacties. | 12,3 | 16,4 |
Het Stationsgebied blijft een complex en daardoor risicovol project. De uitvoering is ver gevorderd, maar tegelijkertijd worden er ook nog (detail-)onderhandelingen gevoerd met marktpartijen over de vastgoedprojecten. De uitvoering brengt ook nieuwe complexiteit met zich mee die te maken heeft met het bereikbaar, leefbaar en veilig houden van het gebied. Uit de risicoanalyse komen de volgende belangrijke risico’s naar voren (in willekeurige volgorde):
| |||
2.Geheim risico | 12,0 | 16,0 | |
Geheim risico met betrekking tot het programma aantrekkelijke en groene leefomgeving | |||
3.Autonome groei volume Jeugdwet en Wmo | De oplossingen voor het verwachte tekort moeten overeenkomstig Amendement Utrechtse basis is een Absoluut minimum bij bezuinigingen , primair worden gevonden in het brede sociale domein op basis van de inhoudelijke uitgangspunten dat we:
Deze aanpak moet er toe leiden dat we duurzaam in staat zijn de zorg en ondersteuning te bieden. In de raadsbrief Hervormingen sociaal domein van 21 december 2023 met kenmerk 11923054 bent u hier nader over geïnformeerd." | 9,0 | 12,0 |
In de Voorjaarsnota 2023 hebben we aangegeven structureel tekorten te verwachten op Jeugd en WMO. De vraag neemt toe en is sterk afhankelijk van externe factoren als prestatiedruk bij jeugd, vergrijzing en inzet op langer thuis wonen. Daarnaast neemt zorgduur en opvang toe door complexere problematieken en krapte op de woningmarkt waardoor uitstroom stagneert. | |||
4. Onzekere inkomsten gemeentefonds |
| 2,5 | 3,3 |
Vanaf 2026 is er een nieuwe financieringssystematiek voor het gemeentefonds, deze is in de septembercirculaire 2023 verwerkt. Met de komst van deze systematiek wijzigt de groei van het gemeentefonds (accres) en de doorrekening van de indexatie. Met deze nieuwe systematiek wordt de korting op het gemeentefonds voor een klein deel opgelost, maar het blijft ontoereikend voor gemeenten om onze taken en gezamenlijke opgaven met het Rijk uit te voeren. In de meerjarenbegroting hebben wij een aantal aannames gedaan mbt compensaties vanuit het Rijk onder andere voor de opschalingskorting maar ook voor uitvoering Omgevingswet en Wet kwaliteitsboring bouw. In deze aannames schuilt een financieel risico. | |||
5.Bijstandsbudget (BUIG) | Het model is inmiddels uit-ontwikkeld, wel zullen we ons blijven inzetten voor verdere (kleine) verbeteringen van het model die recht doen aan de Utrechtse situatie. | 1,3 | 1,8 |
Het risico is dat het jaarlijkse budget dat Utrecht vanuit het Rijk ontvangt voor de Participatiewet en BBZ onvoldoende is voor de uitkeringslasten. Iedereen die een uitkering aanvraagt en daar recht op heeft ontvangt de uitkering vanuit de gemeente, maar het jaarlijkse budget dat gemeentes hiervoor ontvangen hangt af van de landelijke ontwikkelingen in het macrobudget en het verdeelmodel (het verdelingspercentage per gemeente). | |||
6. Stopzetten Pilot Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV) |
| 1,0 | 1,3 |
Door de val van het kabinet zijn de onderhandelingen over de toekomst van de LVV niet afgerond. Het is vooralsnog onduidelijk in hoeverre de Rijksbijdrage na 2024 wordt gecontinueerd. | |||
7.Terugverdienen Erkende Maatregelenlijsten Energiebesparende maatregelen | Het inrichten van een proces waarbij aantoonbaar is dat uitgevoerde maatregelen leiden tot lagere service- en stookkosten voor gebruikers. Het maken van afspraken met gebruikers op dit punt | 0,9 | 1,2 |
Het risico dat voor de huurder uitgevoerde EML maatregelen niet terug worden verdiend door een hogere huur of door een lagere subsidie via het beleidsveld | |||
8. Opvang Oekraine: looptijd van de opvang | Indien de taakstelling en bekostigingsregeling afloopt, onderzoeken we welke andere doelgroepen we in tijdelijke opvanglocaties onder kunnen brengen. Daarnaast zullen we bij het Rijk lobbyen voor een overgangsregeling. Het is ook mogelijk om enkel opvang te organiseren voor de periode dat de bekostiging van het Rijk gegarandeerd is. | 0,8 | 1,0 |
Het Rijk heeft de gemeenten, waaronder de Gemeente Utrecht, gevraagd te voorzien in opvangplekken voor Oekraïense vluchtelingen. Hoewel de huidige kosten gecompenseerd worden is nog geen duidelijkheid over de vraag naar opvangplekken. Ook is het onzeker tot wanneer de regeling van het Rijk loopt. Tegelijkertijd lopen er meerjarige financiële verplichtingen waarmee we aan het eind van deze verplichtingen financieel risico lopen wanneer het niet meer nodig is om Oekraïense vluchtelingen op te vangen. | |||
9. Haalbaarheid taakstelling sociaal domein | Geen | 0,7 | 0,9 |
Voor het sociaal domein is een bezuinigingstaakstelling van 5,67 miljoen euro opgenomen in de Voorjaarsnota 2023 (pagina 20). Of deze taakstelling haalbaar is, is afhankelijk van verschillende factoren. Zoals autonome ontwikkelingen, de resultaten (en haalbaarheid hiervan) uit de taskforce jeugd. Maar ook van de beleidsontwikkeling die plaatsvindt en de veranderingen die het programmateam Hervormingen Sociaal domein te weeg gaat brengen. Daarnaast speelt ook de tijdigheid mee. Veel soorten van maatregelen die getroffen kunnen worden, hebben tijd nodig om tot effect te kunnen komen. Daarmee zullen ze niet op geheel 2024 effect kunnen hebben. | |||
10. Maatregelen onderzoek gemeentelijke gebouwen | Middelen vrijspelen om de gebouwen op orde te krijgen. | 0,7 | 0,9 |
Er vindt een onderzoek plaats naar de mate waarin de gebouwen van de gemeente voldoen aan de wettelijke zorgplicht ten aanzien van onderhoud. Uit dit onderzoek kan blijken dat extra middelen nodig zijn voor onderhoud. | |||
Niet kwantificeerbare risico's | |||
Bijdrage top 10 aan benodige weerstandscapaciteit | 41,2 | 54,8 | |
Totaal benodigde weerstandscapaciteit | 61,6 |